Rekening m.b.t. de vrijheidsboom van 11 maart 1795 te Maasniel
Er is een rekening bewaard m.b.t. een vrijheidsboom in Maasniel. (Nu onderdeel van Roermond.) Het speelt maart 1795. Roermond en omstreken zijn nog pas enkele maanden bezet, maar nu al moeten de nieuwe Franse gebruiken van de revolutie in praktijk worden gebracht. De rekening is nog geheel opgesteld in de muntwaarde van het ancien regime, waarbij in deze streken vooral gerekend werd in pattacons, schellingen en stuivers. (Een pattacon, of ook wel daalder, is gelijk aan 8 schellingen (schilgen), 1 schelling is weer 6 stuivers. Omgerekend naar guldens is de pattacon 48 stuivers, oftewel 2 gulden 40 waard, vergelijkbaar met onze voormalige rijksdaalder.)
De boom zelf moest gekocht worden, gekapt en geladen, worden schoongemaakt en versierd met vaantjes. De festiviteiten werden opgeluisterd met het verteren van een tonnetje bier voor waarschijnlijk de notabelen, nog een tonnetje voor de leden van de schutterij, er werd een schaap geslacht, brood gegegeten van tarwe, 11,5 pond ham van 14 stuiver per pond verorberd, een kaas van 10 stuivers en zeven pond boter. De bakker moest ook betaald worden en er waren nog verdere kosten aan de maaltijd verbonden. Een en ander kwam samen op ruim 32 pattacons oftewel zo'n 80 gulden.
Zie ook:
Limburg in de Franse tijd
Roermond in de Franse tijd
Venlo in de Franse tijd