Oirsbeek rond 1790: de School

 

Een paar korte aanteekeningen over het schoolwezen. In elke parochie bevonden. zich een of meer scholen, maar vaste schoollokalen waren er zelden aanwezig. De school werd gehouden in het huis van den meester. In de school waren de kinderen gezeten op lage zitbanken. Als zij de les opzeiden, verlieten zij hunne zitplaatsen en gingen voor den meester staan. Deze zat in een leuningstoel, wat hooger dan de kinderen, voor een lessenaar, of wandelde, met zijn berken stokje gewapend, de school rond. Bij het lezen gebruikten de kleine kinderen een wijzer van staal, been of hout. De voornaamste schoolboeken waren:
het a. b. boek, de kleine Mechelsche Catechismus, de groote Mechelsche Catechismus, de Bijbelsche Geschiedenis, het Evangelieboek, de Academie, de Zielentrooster, de Zendbrieven en de Reizen van broeder Jan van der Linden. Voor het hoogduitsch dat te gelijk met het vlaamsch werd aangeleerd, werden: Der Handfiebel, Die Biblische Geschichte, Die Erzählungen von Jais en andere boeken gebruikt. De kinderen, die schrijfwerk op papier verrichtten, gingen zitten aan eene tafel, maar zij, die op de lei schreven of rekenkundige oplossingen bestudeerden, deden dit op de knie. Als potlood gebruikten vele den steel van een ouden tinnen lepel of lood uit het venster. Te Oirsbeek werd de schoolmeester benoemd door den proost van het adellijk klooster van St. Gerlach. Hij moest tegelijk koster zijn. hij was verplicht des winters gedurende vier maanden school te houden, den armen voor niets en den rijken voor geld. Vele kinderen gingen ook te Vaesrade ter school, waar een eerbiedwaardige kluizenaar onderwijs gaf.

Zij die meer wilden weten dan lezen, schrijven en rekenen, gingen naar Sittard ter school, waar de Paters Dominikanen Latijn, Grieksch, Fransch, Duitsch enz. onderwezen en waar men eene opvoeding kon genieten, die den student tot aan de deur der Universiteit bracht; vele jongelieden heb ik gekend, die te Sittard gestudeerd hebben, want het Collegie dier stad telde wel 300 studenten. Daar studeerden destijds de twee Heeren Beugels die later zijn priester geworden, tegelijk met andere studenten uit deze gemeente. Ik zelf heb het Collegie van Sittard niet bezocht, maar leerde Fransch te Hoogcruts, bij de kanonniken van het H. Graf; die eene kostschool hielden. Jongelingen die de fransche taal verlangden te leeren, en over niet veel geld konden beschikken, gingen bij eene familie in de Walenkwartieren op wissel, terwijl in hunne plaats, een jonge waal, in hun oudershuis, kwam vlaamsch leeren.

De school was bij onze voorouders een stuk van de kerk. Het was de bisschop, die de schoolreglementen goedkeurde en zorgde dat er voldoend onderwijs werd gegeven, de regering greep alleen waarschuwend in, wanneer het kerkelijk gezag zijn plicht niet nakwam. In de meeste parochiën was het schoolmeesterschap met de betrekking van koster verbonden.

Algehele inleiding Kleding Eten en drinken
Het boerenhuis De inrichting van huizen Vermaak en volksgebruiken
Post Landbouw School
Kerk Rechtspraak De vilder
Geneeskunst Belastingen De Oostenrijkers

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"