De Geschiedenis van Maastricht

Romeinen

In het zeer verre verleden is er door de Romeinen een houten brug over de Maas geplaatst. Deze maasovergang werd bewaakt door middel van een versterking, welke uiteindelijk uitgroeide tot het huidige Maastricht. (3,4,6)

Servaas en Vrijthof

Het gebied is vroeg gekerstend en al in de 5e eeuw was er een christelijk heiligdom. Servatius, later heilig verklaard, is bisschop geweest van Maastricht en er ook begraven. Dat maakte dat Maastricht al zeer vroeg een bedevaartsoord werd wat de stad extra deed groeien. Niet veel later verplaatste de bisschop echter zijn zetel naar Luik. Maastricht werd toen een stad waar de bisschop bij tijd en wijle vertoefde en die steeds sterk verbonden bleef aan Luik. De begraafplaats van Servatius, waar later de huidige Servaaskerk op is gebouwd, is de plek die het sterkste herinnert aan deze tijd. (27) Voor de kerk lag het vrijthof (20), een gebied waar het stadsrecht niet gold. Het was een voorname plek waar militaire parades plaats vonden. Lange tijd was er een fontein. Het plein zelf was eeuwen lang voor het grootste deel bedekt met gras. Er mocht echter geen vee lopen! Tegenwoordig zijn er o.a. diverse evenementen, zoals "winterland", kermissen, openluchtconcerten.

Brabant en Luik

In 1204 werd de stad onderdeel van Brabant. Luik gaf Maastricht niet zomaar prijs, wat leidde tot diverse oorlogstoestanden in en om de stad tussen de hertog van Brabant en de bisschop van Luik. Bij de Limburgse successie-oorlog (1283-1288) tussen een coalitie met als belangrijkste partij Gelre en een tweede coalitie met als belangrijkste partij Brabant, wilde de hertog van Brabant zijn handen vrij hebben en wist de Luikenaren bewegen neutraal te blijven.(Zie ook: slag bij Woeringen). In ruil daarvoor werd de macht van de bisschop over de stad uitgebreid: De al eerder vastgelegde tweeherigheid kreeg vanaf dat moment een meer stevige basis. Het gevolg was dat alle belangrijke beslissingen genomen moesten worden door commissies samengesteld uit afgevaardigden van de bisschop en die van de hertog. Het gerechtshuis was, tot de bouw van het tegenwoordige stadhuis in de 17e eeuw, het nog bestaande dinghuis. (34) Ook de stad werd verdeeld in tweeën: een deel van de parochies hoorde bij Luik (en werd geleid door het kapittel van O.L. Vrouw), een deel van de parochies viel onder Brabant (en werd geleid door het kapittel van St. Servaas). Deze tweeherigheid bleef bestaan tot 1794 toen de Fransen de stad bezetten. Twee kerken, waarvan de bouw al rond 1000 begon op nog oudere fundamenten, belichaamden deze twee gezagsdragers. Het kapittel van St: Servaas en de Brabanders hadden de Servaaskerk (27) en het kapittel van O.L.Vrouw en de bisschop van Luik hadden de O.L.Vrouwekerk (7). De "Alde Caerte" uit 1284 die het verdrag van de tweeherigheid regelde lag veilig opgeborgen in een van de torens van de O.L.Vrouwekerk. Voor de O.L. vrouwekerk was op het huidige plein een kerkhof dat hoorde bij de parochie van St. Nicolaas, een van de "Luikse" parochies. Deze kerk is verdwenen en stond oorspronkelijk ook op het O.L.Vrouweplein.

Stadsrechten, omwallingen

Toen Maastricht onderdeel van Brabant werd in 1204 kreeg de stad haar Middeleeuwse stadsrechten. Hiermee kreeg de stad ook het recht zich te beschermen met een stadsmuur. In 1229 verrees de eerste ommuring (11), waar onder andere de Helpoort (9) een onderdeel van is. Eind 14e eeuw was de tweede ommuring (14) voltooid.

Kerken en kloosters

Beide kapittelkerken bestaan nog steeds, ondanks het roerige verleden en vormen twee van de weinige voorbeelden van de Romaanse bouwstijl in Nederland. Maar er zijn nog vele andere kerken en kloosters bewaard gebleven vanaf rond 1300 tot nu. Om te beginnen de oude Minderbroederskerk van rond 1300 in de Pieterstraat, voorbeeld van gothiek, thans rijksarchief (10a). Het gebouw is bijna helemaal uit mergelsteen opgetrokken en binnen zijn nog enkele oude decoraties te zien. Andere gotische kerken zijn de St. Janskerk (26), naast de Servaas, uit de 14e eeuw en sinds 1632 N.H. Verder de Dominikanerkerk (22) die nog iets ouder is, waar nu een boekhandel in is gevestigd, gelegen vlakbij het vrijthof. Fraaie plafondschilderingen zijn gerestaureerd, maar meer bijzonder is een teruggevonden fresco op de wand over het leven van Thomas van Aquino uit de begintijd van de kerk. Ook dat wordt zo goed en zo kwaad als mogelijk gerestaureerd. De kruisherenkerk en bijbehorend klooster (17a) dateren uit de 15e eeuw, nu doet het complex dienst als hotel. De Matthiaskerk in het bosstraatkwartier (32) is gebouwd van de 14e tot de 16e eeuw. In de Nederlandse tijd was dit de tweede protestantse kerk, na de Franse tijd werd ze weer aan de katholieken toegewezen. Het is nog steeds een parochiekerk. O.a. een beeld van Jan van Steffesweert is er te zien, helaas slechts een half uur voordat er een dienst is. Buiten de tijden van de diensten is de kerk gesloten. Tegenover de oude Minderbroederskerk in de Pieterstraat ligt de Waalse kerk (10b), een voorbeeld van classicisme, uit 1732. Aan de maas, vlakbij de brug, zie je de opvallende barokgevel van de Augustijnenkerk (35a) uit de 17e eeuw, momenteel in gebruik als repetitielokaal van de Koninklijke Zangvereniging Mastreechter Staar. De Jezuïtenkerk en het bijbehorende klooster lagen "achter de comedie" en zijn nu omgetoverd tot theater en restaurant. Van de oorspronkelijke bebouwing is niet veel over. In het restaurant "Bonbonniëre" (36) waan je je in Parijs rond 1930. In Wijck heb je dan nog de Martinuskerk (2), een voorbeeld van neogothiek uit de tweede helft 19e eeuw, gebouwd door Cuypers, met o.a. het beroemde zwarte kruis uit de 14e eeuw, afkomstig van het voormalige wittevrouwenklooster, achter het tegenwoordige theater aan het vrijthof (23)

80-jarige oorlog

In de 80-jarige oorlog werd de stad diverse keren belegerd, beurtelings door Hollanders, beurtelings door de Spanjaarden. In 1576 waren de Spanjaarden er nog gelegerd en gingen er bruut met de opstandige bevoling om, getuige prenten van moordpartijen bij de markt en bij de Maasbrug. In 1877 verliet het Spaanse (en Duitse) regiment Maastricht. Maar in 1579 werd Maastricht, dat na de Pacificatie van Gent de kant van de opstand had gekozen, door het Spaanse leger van Alexander Farnese, de latere hertog van Parma, veroverd. Deze verovering ging gepaard met een geweldig bloedbad, waarbij ongeveer een kwart van de 8000 inwoners het leven verloor. Uiteindelijk in 1632, dus een hele tijd nadat de Noordelijke Nederlanden zich al vrij gemaakt hadden van de Spanjaarden, werd ook Maastricht door de Nederlanders veroverd. Op zijn veldtocht langs de Maas veroverde stadhouder Frederik Hendrik in datzelfde jaar tegelijk ook Venlo en Roermond. De Spanjaarden zouden deze laatste twee steden enkele jaren later weer heroveren, maar Maastricht zou tot 1794 een buitenpost van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden blijven. Maastricht, katholiek, had veel inwoners die liever wilden dat de stad terug bij Spanje kwam. Er waren complotten om de Spanjaarden binnen te laten. Een van de vermeende samenzweerders, Pater Vinck, werd aangehouden en na korte gevangenhouding in de "Pater Vincktoren" (37) terechtgesteld. In 1648 werd bij de vrede van Münster besloten dat nog een deel van Zuid-Limburg in Nederlandse handen kwam. Dit terwijl intussen een ander groot deel in de omgeving nog steeds in handen van de Spanjaarden bleef, waardoor de regels, belastingen etc. op korte afstand van elkaar grote verschillen konden vertonen.

Contrareformatie

De katholieke godsdienst was intussen in Maastricht en in alle gebieden die bij Spanje waren gebleven de enige godsdienst tot 1632 die getolereerd werd. Nederland daarentegen had het calvinisme als staatsgodsdienst. Katholieke kerken waren daar juist verboden. Ook in Zuid-Limburg werd in alle plaatsen die in 1648 bij Nederland kwamen de kerk toegewezen aan de (zeer weinige) protestanten. In Maastricht mochten dankzij de tweeherigheid (Luik bleef tweede heer, eerst naast Brabant, toen naast Spanje en tenslotte naast Nederland) de katholieke kerken blijven. Slechts twee van de vele kerken werden aan de protestanten toegewezen: de St. Janskerk (26) (nog steeds protestant) en de Matthiaskerk (32) (nu weer katholiek). Ook de kloosters mochten blijven. De katholieke kerk had overigens in de tijd van 1590 tot 1630 veel goeds gedaan. Alle mistoestanden in de kerk van voor de beeldenstorm waren verleden tijd en dankzij het onderwijs van de Jezuïten (36) zat het katholicisme stevig in het zadel. Waar de katholieke kerk in omliggende delen van Zuid-Limburg stevig werd onderdrukt, was er in Maastricht weinig aan de hand.

Bouwstijlen

Maastricht was dan wel een Nederlandse stad, maar het was daardoor als enige een echt katholieke Nederlandse stad. Er waren nog veel meer verschillen. De bouwstijlen hoorden eerder bij die van Luik of Keulen. Brede voorgevels, poorthuizen (27b). Soms nog gesteend vakwerk (de leemlaag van het vakwerk werd vervangen door stenen maar de houten balken bleven) (zijkant dinghuis, 35). Ook het gebruik van mergel kenmerkte de bouw. We zien vooral de maaslandse bouwstijlen, waarbij mergelplaten vaak de verdiepingen doorsnijden en ook kozijnen door mergelplaten worden omlijst. Toch zien we ook enkele typische Hollandse bouwwerken. Het meest markante voorbeeld daarvan is het Stadhuis op de markt van Pieter Post (34)

Vestingstad 16e en 17e eeuw

In vroege tijden was Maastricht vooral ook een belangrijke handelsplaats. De Maashandel van Luik naar Dordrecht was zeer belangrijk. In de loop van de 16e en 17e eeuw nam deze handel steeds meer af, eerst door oorlogshandelingen, later namen andere routes een meer belangrijke plaats in. Dat had tot gevolg dat ook de nijverheid minder werd. Maar vooral als vestingstad bleef Maastricht belangrijk. Maastricht was een belangrijke garnizoensplaats. Het was dus een echte soldatenstad. Van deze tijd zijn in de stad nog veel dingen bewaard gebleven die hierop duiden. O.a. de hoofdwacht (24) op het Vrijthof.

Lodewijk XIV en nieuwe vestingswerken 18e eeuw

In 1673 werd Maastricht belegerd, gebombardeerd en veroverd door het Frankrijk van de Zonnekoning Lodewijk XIV. Bij het bestormen van de stadsmuur kwam musketier Charles de Batz de Castelmore (beter bekend als d'Artagnan) om het leven. Een standbeeld van d'Artagnan is thans te bewonderen in het Aldenhofpark. (14a) Bij de vrede van Nijmegen in 1678 keerde Maastricht weer terug onder Nederlands gezag. In de 18e eeuw werd besloten de stad nog verder te versterken. Buiten de stadsmuren werden verdedigingswerken aangelegd. Een groot deel daarvan is nu nog te zien en ingericht als stadspark (30)

Franse tijd

In 1794 lieten de Nederlanders Maastricht en de rest van Limburg wat bij Nederland hoorde "stikken", in de hoop dat de Fransen de rest van Nederland ongemoeid zouden laten. Dat laatste is ook gebeurd: pas in 1810 werd de rest van Nederland door Frankrijk geannexeerd. Vooral in de periode van 1796-1800 waren de Franse regels superstreng en waren er veel vervolgingen. Alle kloosters werden gesloten en slechts enkele kerken bleven bestaan, geleid door voorgangers die de eed van de republiek zwoeren. Hierbij moest je o.a. ook het koningschap afzweren en jaarlijks het feest vieren van de onthoofding van Lodewijk XV. Na 1800, toen Napoleon aan de macht kwam, werden de kerkelijke regels versoepeld, maar een deel van de kerken en kloosters was toen al verkocht of afgebroken. Vooral de conscriptie vormde tot 1814 een nieuwe plaag. De Noordelijke Nederlanden merkten hier pas iets van vanaf 1810, maar toen was het ergste al voorbij.

Neogothiek

Na de Franse tijd hoorde Maastricht bij Nederland. Van 1830 tot 1839 was Maastricht het enige deel van het huidige Limburg dat niet bij België kwam, dit tegen de zin van de inwoners, maar dankzij de onverzettelijkheid van de plaatselijke bevelhebber. In 1839 werd ook de rest van Limburg, nog steeds tegen de zin van de inwoners, bij Nederland gevoegd. Toen de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 was hersteld kwam er een grote nieuwe bloeiperiode van de katholieke kerk. In heel Nederland werden honderden nieuwe kerken gebouwd, vaak in de toen populaire neogothische stijl. Een voorbeeld daarvan is de Martinuskerk (2) in Wijck van Cuypers.

Nederlanders

Pas na de eerste wereldoorlog, toen België verschrikkelijk geleden had en Nederland heel goed weg kwam, zijn de inwoners zich pas echt massaal Nederlander gaan voelen. Maar taal, omgangsvormen en zeden en gewoonten zijn nog steeds behoorlijk veel anders dan in het grootste deel van Nederland.

Stadsvernieuwing

De eerste straat met sociale woningbouw was de Herbenusstraat, gebouwd vlak na de tweede wereldoorlog. (29a) In de zestiger jaren is voorzichtig begonnen met stadsvernieuwing. Een prestigieus project was de stokstraat (5). Een volkomen verpauperde straat werd geheel gerenoveerd en omgetoverd tot een luxe winkelstraat. Na de komst van de universiteit in 1976 is er nog veel meer veranderd. De bevolking is meer divers van samenstelling geworden. Ook zijn er nieuwe uitgebreide renoveringswerken geweest. Met name het bosstraatkwartier is behoorlijk op de schop gezet. Zeer fraaie delen, zoals het miserecordeplein (31) rond het historische miserecordehuisje en even verder de Charles Vos Cour (29) getuigen van deze vernieuwingsgolf. Het meest opzienbarend is wel het terrein van de voormalige Sfinx-fabrieken in Wijck. Vlakbij plein 1992 (39) zien we o.a. het nieuwe gebouw van het rijksmuseum Bonnefanten en er naar toe loopt vanuit de stad de fraaie nieuwe "Hoge brug" (38) (een fietsersbrug)

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"