Gerard III van Gelre

Gerard III van Gelre ligt nog steeds begraven in de Munsterkerk van Roermond, samen met zijn vrouw Margaretha van Brabant. Toen vader Otto I stierf besloot diens vrouw Richardis non te worden. Ze wilde naar een buitenlands klooster gaan, maar haar zoon Gerard wilde dat ze zich in de nabijheid zou vestigen. Daarom werd tussen 1218 en 1224 de munsterkerk gebouwd, met daarbij een cisterciënzerklooster, de munsterabdij. Richardis werd daar de eerste overste. Gerard III zelf, de stichter van kerk en klooster, stierf in 1229. Op het praalgraf staat: "In het jaar twaalf honderd negen en twintig, op den dag van den H. bisschop Severus, overleed Gerard, graaf van Gelre en Zutphen, die met Margaretha, zijne gemalin op verzoek van zijne moeder Richardis van Nassau, de eerste abdis van deze plaats, dit klooster gesticht heeft, in het jaar twaalf honderd achttien; beiden zijn hier begraven."
Abdis Richardis stierf in 1231 en werd ook in de munsterkek begraven. Op haar grafsteen leest men: "ter eere van den almachtigen god; ter nagedachtenis van de zeer aanzienlijke en eerwaardige Vrouwe Richardis van Nassau, abdis; overleden den 17 Dec. 1231, in het zesde jaar van haar regeering; dat zij ruste in vrede!"
Aan de voeten van de ouders werd het lijk van de onwaardige zoon, Hendrik van Gelre, bijgezet.

Hendrik van Gelre was door zijn broer Otto II in samenwerking met Wilem II van Holland in 1247 tot bisschop van Luik gekozen. Hij was een zogenaamde elect-bisschop, d.w.z. dat hij feitelijk alleen het prinsdom Luik bestuurde zonder geestelijke rechten en plichten, zolang hij niet tot priester was gewijd. Voorlopig was hij vooral in vechten geïnteresseerd: hij steunde zijn broer Otto in de strijd tegen Hendrik III van Brabant. In 1258 werd hij alsnog tot priester gewijd, gevolgd door de officële bisschopswijding. In zijn stad Luik, maar ook onder de kapittelheren was hij niet geliefd. Toen hij door de aartsdiaken gewezen werd op zijn dubieuze levenswandel schopte Hendrik de tachtigjarige onderuit. Toen was iedereen zo boos dat Hendrik moest vluchten. Op het concilie van Lyon van 1274 werd Hendrik van Gelre afgezet. Op het kasteel van Montfort waar hij toen ging wonen gedroeg hij zich als een tiran en roofridder voor de hele omgeving. In 1277 werd hij zelfs vogelvrij verklaard. De laatste jaren van zijn leven zwierf hij vaak met zijn legertje in de omgeving van Luik. In 1281 vermoordde hij in de omgeving van Tienen bisschop Enghanius. In 1284 werd hij dan zelf in een gevecht gedood.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"