De Oostenrijkse successie-oorlog 1740-1748

De Oostenrijkse erfopvolgingsstrijd (1740-1748) brak uit na de troonsbestijging van Maria Theresia. In 1702 al had keizer Leopold I, het hoofd van de Habsburgse dynastie, besloten om de erfopvolging anders te regelen. Dit vanwege de konflicten die op dat moment aanwezig waren rond de Spaanse troon. Hij besloot dat ook vrouwelijke nazaten de troon konden erven. Leopold stierf in 1705 en zijn zoon volgde hem als Joseph I op. Deze stierf in 1711 en liet twee toen nog niet getrouwde dochters na. Daarom volgde volgens de regels zijn broer Karl VI hem op. Deze veranderde de opvolgingswet waardoor zijn eigen dochter, Maria Theresia de volgende troonopvolgster zou worden, i.p.v. de oudste dochter van zijn overleden broer. Ook legde hij vast dat het niet mogelijk zou zijn om de Oostenrijkse landen verder op te delen. In 1740 was het dan zover: diverse landen erkenden de nieuwe wetgeving rond de erfopvolging niet. Zo volgden de volgende aanspraken op de troon:

Frederik II. van Pruissen sloeg uit de verdeeldheid een slaatje. Hij wilde de keizerin wel erkennen in ruil voor zijn aanspraak op Silezië. (Toen nog onderdeel van het Habsburgse rijk, later bij Pruissen/Duitsland, nu onderdeel van Polen en Tsjechië) . Beieren en Spanje sloten in 1741 een verbond tegen Oostenrijk, waar zich later Pruissen, Saksen, Frankrijk, Zweden, Napels, de Pfalz en Keulen bij aansloten. Oostenrijk kreeg slechts steun van Engeland en Nederland.

(In dezelfde tijd waren er overigens nog meer oorlogen: de War of Jenkins' ear (Engeland- Spanje), de Jacobieten-opstand in Schotland en de Zweeds-Russische oorlog. Ook waren er koloniale gevechten tussen Engeland en Frankrijk.)

In 1740 stelde Frederik II van Pruissen aan Maria Theresia een ultimatum. Hij wilde in ruil voor zijn erkenning Silezië. Om zijn woorden kracht bij te zetten veroverde hij het hele land met uitzondering van enkele vestingssteden. Hij had een staand en hypermodern leger, terwijl het Oostenrijkse leger door de strijd met de Turken behoorlijk uitgeput was en moeilijk op de been te brengen viel.

Een van de nog niet veroverde vestingen, die van Glogau werd toen een jaar later ook veroverd. Intussen had Oostenrijk weer een leger op de been gebracht om te proberen delen van Silezië terug te veroveren. In de slag bij Mollwitz waren de Pruissen de overwinnaars, waarna de Oostenrijkers weer in het defensief geraakten. Toen sloten Engeland, Rusland, Saksen en Nederland zich aaneen, Pruissen sloot een verbond met Frankrijk. Korte tijd later sloten Spanje en Beieren zich bij het Duits-Franse verbond aan. Vervolgens verklaarde Engeland zich neutraal en wisselde Saksen van bondgenoot en liep over naar Pruissen.

Karl Albrecht van Beieren bezette juli 1741 Passau en met behulp van ook Franse troepen drongen ze Oostenrijk binnen. Ook Praag werd ingenomen. Karl Albrecht liet zich daar vervolgens tot koning kronen. In 1742 werd hij zelfs door de keurvorsten tot Rooms Keizer gekozen, waarmee hij sinds 300 jaar de eerste keizer was die niet tot de Habsburgse dynastie behoorde.

Toen Oostenrijk vervolgens terugsloeg met troepen uit Hongarije en Italië en richting München marcheerde, riep de kersverse keizer de hulp van Pruissen in. Deze veroverde Brunn en stevende vervolgens recht op Wenen af. Maar Oostenrijkse troepen wisten hem bijna in de tang te nemen. Hij moest terugwijken richting Bohemen, waar hij het daar aanwezige Oostenrijkse leger in de slag bij Chotusitz wist te verslaan. Hierop kwam een verdrag met Maria Theresia, waarbij Pruissen zijn veroveringen in Silezië mocht behouden. Door dit verdrag had Oostenrijk de handen vrij voor een tegenaanval tegen de Beierse en Franse troepen. Dat had tot gevolg dat Praag terug veroverd kon worden door Oostenrijk. Ook in Zuid-Italië was Oostenrijk succesvol: Spanje wilde Napels veroveren, maar werd snel verdreven.

Op dat moment sloten ook Engeland en Nederland zich bij de Oostenrijkers aan om het gevaar van de Franse opmars te stuiten. De Engelsen trokken in 1743 met een leger het continent op richting Main. Al snel moesten de Fransen en Beiersen zich achter de Rijn terugtrekken in hun winterkwartieren. De Engelsen sloegen hun kampen op in Westfalen en Nederland, de Oostenrijkse troepen lagen in Beieren en in de omgeving van de Rijn. In 1744 bracht Frankrijk een leger van 80000 man op de been en veroverde een groot deel van de Zuidelijke Nederlanden. Toen echter de Oostenrijkse troepen in de Elzas Frankrijk binnen vielen moesten ze hun aandacht weer verplaatsen. Net voor er een veldslag kwam trokken de Oostenrijkers zich terug, toen bekend werd dat Pruissen weer opnieuw aan de oorlog begon deel te nemen. Saksen was intussen weer in het geheim overgelopen naar de Oostenrijkse kant.

Frederik de Grote veroverde nu op zijn beurt Praag. Maar hij raakte snel in de knel door de alliantie van Oostenrijk en Saksen en moest zich weer terug trekken. Intussen profiteerden de Fransen en Beiersen door Beieren weer terug te veroveren. Het krijgstoneel verplaatste zich daardoor richting Moezel. In Italië intussen moest het Oostenrijkse leger zich vanuit Zuid-Italië terugtrekken tot in Toscane.

In 1745 stierf de pas gekozen Beierse keizer. Zijn zoon verloor op het slagveld bij Paffenhofen en moest bij de vrede van Füssen de Oostenrijkse suprematie erkennen. Dat maakte de weg vrij tot de keizerverkiezing van de man van Maria Theresia: Franz. Daarmee was er weer een Habsburger keizer van het Roomse rijk. Pruissen was nu geïsoleerd. Intussen consolideerde en versterkte Pruissen zijn macht in Silezië. Ook versloeg hij de Saksisch-Oostenrijkse coälitie bij de slag van Kesselsdorf in Anhalt Dessau. Hiermee viel Dresden in Pruissische handen. Frankrijk intussen concentreerde zich inmiddels voornamelijk op de Zuidelijke Nederlanden. Het grootste deel van de Oostenrijkse Nederlanden en luxemburg vielen in 1746 in Franse handen. Oostenrijk werd ook in Italië nog verder teruggedrongen, zelfs een groot deel van Lombardijen werd veroverd. Maar korte tijd later bij een nieuw Oostenrijks offensief werd Lombardije, Piemonts en Savoyen terugveroverd. De Spanjaarden trokken zich terug in Genua. De Oostenrijkers stootten vervolgens in de Provence Frankrijk binnen en belegerden Antibes, maar wegens gebrek aan proviand moesten ze zich enkele maanden later weer terug trekken.

In 1747 wilde Frankrijk nu ook Nederland veroveren. Na een beleg van drie maanden viel Bergen op Zoom. Oostenrijk sloot nu een verbond met Rusland, waarbij Rusland beloofde troepen te leveren die richting Rijn zouden optrekken. In 1748 belegerden de Fransen Maastricht. 7 mei capituleerde de stad. Toen de Russische troepen naderden kozen de Fransen en Pruissen eieren voor hun geld en werd op 18 oktober de vrede van Aken gesloten. Behalve Silezië, welk bij Pruissen kwam waren er nog enkele kleine gebiedsveranderingen. Maar alles, ook de kolonoliale veroveringen, werd teruggedraaid, zodat de toestand van voor de oorlog grotendeels werd hersteld. In Oostenrijk werden naar aanleiding van deze oorlog hervormingen van leger en staat uitgewerkt, die bij de zevenjarige oorlog (1756-1763) van pas zouden komen. Maria Theresia werd nu door alle machten erkend als koningin van Oostenrijk.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"